Skip to main content

Tel. 015 310 8873 | info@westmaasmakelaardij.nl

Woningbouw

Van de 900.000 woningen die tot en met 2030 worden gebouwd, moeten 600.000 woningen betaalbaar zijn. Hiervan zijn 350.000 woningen middenhuur en betaalbare koop en 250.000 sociale huurwoningen. De wens is vanaf 2024 jaarlijks 100.000 woningen gebouwd, waarvan (op termijn) jaarlijks 15.000 flexwoningen en 15.000 tot woning getransformeerde winkels en kantoren. 

Efficiënter en sneller
Het realiseren van een woning moet efficiënter en sneller: het bouwtempo moet worden opgevoerd. Daarvoor versnelt het kabinet de doorlooptijd van het proces: van plan tot realisatie. Ook benut het kabinet de mogelijkheden voor het verkorten van het planproces en is aandacht voor de capaciteit. Innovatieve technieken worden bevorderd, zoals conceptueel en industrieel bouwen. 

Er wordt ingezet op 7 verstedelijkingsregio’s, waarbinnen onder meer op grootschalige woningbouwlocaties tot en met 2030 zo’n 600.000 van de 900.000 woningen gebouwd moeten worden. Voor de inzet op woningbouw is 1,75 miljard euro beschikbaar voor de woningbouwimpuls en grootschalige woningbouwlocaties en 388 miljoen euro voor het aanpakken van knelpunten en de inzet op aandachtsgroepen en ouderenhuisvesting. Daarnaast is er 7,5 miljard euro beschikbaar voor infrastructuur voor het ontsluiten van woningbouwlocaties en wordt de verhuurderheffing afgeschaft.

 

 
Betaalbaar
Mensen moeten kunnen wonen in een huis dat past bij hun wensen en financiële mogelijkheden. Naast de inzet op twee derde betaalbare nieuwbouw, moet iedere gemeente zijn eerlijke aandeel nemen in sociale huisvesting. Het streven is om ten minste 30 procent van de woningvoorraad te laten bestaan uit sociale huurwoningen. Daarnaast zet het kabinet zich in om het aantal mensen met te hoge woonlasten te verminderen, onder meer door gericht de middenhuur te reguleren.

Haalbaarheid
De markt stelt grote vraagtekens bij de haalbaarheid van deze plannen.
Het tempo dat verlangd wordt zal mede door de invoering van de omgevingswet niet haalbaar zijn. Invoering van nieuwe wetgeving leidt vrijwel altijd tot onwennigheid en vertraging. Ook is er een grote rol weggelegd voor participatie vanuit de samenleving. En in de regel versneld dit procedures niet.
De financiële haalbaarheid worden ook grote vraagtekens bij gesteld. Door de zeer beperkte bouwmogelijkheden voor vrije sector woningen (een/derde van de geplande woningen) valt een project al vrij snel niet meer rond te rekenen. Onder andere door hoge verwervingskosten van de grond en extreem hoge bouwkosten is de realisatie van sociale en betaalbare woningen op vrijwel alle locaties niet rond te rekenen. Marktpartijen zullen niet gaan bouwen aan een verlieslijdend project. 
Binnenstedelijk bouwen of bijvoorbeeld woningbouw op glastuinbouwlocaties leidt tot hoge verwervingskosten. Indien er dan ook een groot sociaal en betaalbaar programma moet worden gerealiseerd zal dit al snel stuiten op een negatieve grondexploitatie.
Kortom dergelijke grote woningbouwontwikkelingen kunnen vrijwel alleen rond gerekend worden op maagdelijke percelen weiland buiten de stad. De grote vraag is of er voldoende draagvlak is om op groene locaties buiten het dorp of stad te gaan bouwen.

Met grote interesse zullen wij de komende jaren voor onze klanten de ontwikkelingen volgen.